Kate liep langzaam door de straten en keek om zich heen. Dit leek haar niet zo'n veilige buurt maar er was wel van alles te zien. Van dronken mannen die dingen naar elkaar stonden te schreeuwen tot mensen die je dingen aanboden om te kopen, zoals zonnebrillen en andere prularia. Ze vroeg zich af of ze genoeg geld had om een slaapplaats te zoeken. Ze graaide in haar zak en keek naar de muntstukken. Ze fonkelden vaag in het kleine beetje zonlicht dat er op scheen. Dit moest wel genoeg zijn voor even, dacht ze. En hierna zou ze wel een ander baantje moeten zoeken. Haar oog viel op een winkeltje. Het was een wapen winkel. Ze haalde haar rugzak van zich af en keek hoeveel pijlen ze nog had. Ze bewaarde altijd haar pijlen goed, maar zo nu en dan raakte ze er wel een kwijt.